De Grote ArcanaDe 22 kaarten van de Grote Arcana worden wel gezien
als een inwijdings- of levensweg, als het pad dat we afleggen met
als eventueel einddoel eenwording met het Al, God of verlichting.
De Dwaas wordt beschouwd als degene die de levensweg aflegt en zodoende loopt hij door de hele Grote Arcana heen en heeft hij geen vaste plek in het spel. De Dwaas als nul, aan het begin van zijn tocht, is nog jong, onbezonnen, rein en onwetend. Aan het eind van zijn levensweg, als 22ste kaart, is De Dwaas gegroeid en heeft hij levenservaring opgedaan. De cirkel is nu weer rond en hij zou kunnen reïncarneren om als nul aan een nieuwe levenscyclus te beginnen. De 22 kaarten van de Grote Arcana stellen onze verschillende levensstadia op aarde voor, van de geboorte tot de dood. De Grote Arcana is het meest symbolische deel van de tarot, deze kaarten vertegenwoordigen de belangrijke veranderingen in ons leven. Om te weten te komen wat de betekenis per kaart is, klik je op de naam van de kaart.
HET BEWUSTZIJN (0 tot VII)De eerste serie van zeven kaarten betreft het ontluiken van het bewustzijn. Het zijn kaarten die een grote kracht bezitten. Thema’s zijn de levensinstelling ten opzichte van de maatschappij, zoals liefde, gezag en opvoeding. De waarneembare wereld wordt er in weerspiegeld. De Geliefden en de Zegewagen verleggen de aandacht van de familie en de maatschappij naar de persoonlijkheid. De geliefden laten daarbij de dimensie van de intimiteit zien, de zegewagen toont het aspect van de openbare (publieke) identiteit. HET ONDERBEWUSTE - ZELFONTDEKKING (VIII tot XIV)De volgende zeven kaarten vormen de serie van de zelfontdekking, d.w.z. het innerlijk onderzoek naar wie we werkelijk zijn. Hier komt het onderbewuste aan bod in de vorm van terugtrekking en zelfaanschouwing (psychoanalyse). De eerste vier kaarten tonen het volgende. Kracht en Rechtvaardigheid zijn de eigenschappen die door de Kluizenaar worden gezocht, in de context van een complexe en mysterieuze realiteit, vertegenwoordigd door het Rad van Fortuin. Het keerpunt ligt bij de Gematigdheid. De Gematigdheid en de Duivel (excessen, bandeloosheid) vormen een bijna volmaakt paar; ze vormen twee tegenpolen. Ze zijn de eerste kaarten van vier paren die de aandacht afwenden van het plaatselijke en tijdelijke, en richten op het kosmische en eeuwige. HET BOVENBEWUSTE (XV tot XXI)
De ontwikkeling van een spiritueel bewustzijn en de bevrijding van archetypische energie. Het gaat om het vinden van het ware zelf. De weg daarheen is een confrontatie met en tenslotte een eenheid vinden in de krachten van het leven.
|